chrisnaarsantiago.reismee.nl

28e etappe. Vega de Valcarce - O Cebreiro

Zeven uur op. Jean Christoph weet te melden dat ik gesnurkt heb. Ik meld hem overigens precies hetzelfde.

Om half acht de albergue uit en gelijk aan de overkant het cafetaria van het diner vangisteren in voor het ontbijt. Dubbele cafeo con leche met twee tostados met jam voor €1,80. Heerlijk.

Om acht uur vertrek ik voor de 12 kilometer lange klim. Jean Christoph heeft zijn tostado nog niet op en bestelt nog een verse jus. Bovendien maakt hij naar mij een beweging waaruit ik afleid dat hij ook nog een grote boodschap moet. We spreken af dat ik in La Faba op hem zal wachten.

Katja is vandaag vroeger vetrokken, want zij wil op tijd in Las herreiras zijn. Daar stapt zij voor €35,- op een paard dat haar over de steile klim naar O Cebreiro zal brengen met haar twaalf blaren.

Het is lekker wandelweer: 15C. In een heel mooi Pyreneeenachtig landschap, maar ik ben bijna in Galicie. Vals plat omhoog en ik meet aan kilometerpaaltjes naast de weg dat ik 5,5 km per uur loop.

Om half negen ben ik Ruitelan en om kwart voor negen in Las Herreiras. Katja staat daar met nog een aantal peregrinos te wachten bij de paarden.

Na Las herreiras wordt het langzaam steeds steiler a la Cauberg. Dan naar links op een mooi bospad en opeens sta ik voor een soort steile wand in een holle weg. De gele caminopijl wijst onverbiddellijk de weg omhoog. Stik. Hijgend als een postpaard en stevig zwetend, werk ik me (met rugzak) omhoog.Bijna een vol uur heb ik nodig voor deze klim van goed een kilometer. Ik voel druppels, denk dat het regent, maar het blijkt mijn eigen zweet. Via een compleet ondergescheten (ja want zo is het) laatste deel van het pad bereik ik om half tien La Faba. Wat heb ik afgezien. Zeiknat ben ik van eerlijk zweet. Samen uithijgen met een stel uit Seattle, die ik net voor het einde voorbij ben gelopen. Coaca cola in een lokale taberna (soort omgebouwde garage) voor €1,20 en uit de wind in de zon mijn shirt laten drogen.

Twintig minuten later komt Jean Christoph naar boven gestekkkerd. Aan de woeste blik in zijn ogen zie ik dat hij niet gaat stoppen. Hij roept: "Tot in O Cebreiro". Dat is nogeens 4,5 km behoorlijk steil bergop waar anderhalf uur voor staat.

Ik vertrek om tien uur uit La faba. Klein beetje uitgezweet. Mijn shirt is bijna droog. Alleen de zweetlucht zit er nog in. De zon schijnt fel maar op deze hoogte van 900 meter is het nog best fris. Dus fleecejack weer aan.

Nog 400 meter klimmen in 4,5 km. Hoezo vandaag een (bijna) rustdag van maar 12 kilometer? Ik ben zo blij dat we gisteren die zeven kilometer extra hebben gepakt.

Weer omhoog naar La Laguna, beurtelings steil en minder steil, maar geen meter vlak. OPm kwart voor elf ben ik daar. Zit Jean Christoph bij een albergue met een een groot glas energiedrank op een muurtje op me te wachten. Hebben we een half uur gekletst met Simona uit Sienna en haar Franse vriend en met een jong stel uit Wales. Zij spreekt Duits. Ik heb een groot glas citroenlimonade aangeschaft voor €1,20.

Kwart over elf weer door voor het laatste stuk. Adembenemde vergezichten en ik herb al niet zo veel adem omdat het nog steeds omhoog gaat. Om half twaalf passeren we de grens van de provincie Galicie. Nog een half uur tot O Cebreiro. Nog steeds omhoog. Om twaalf uur zijn we er eindelijk. In vier uur tijd 700 meter omhoog.

Het dorp is een puinhoop. Op deze bergtop is gisteren een feest van 35.000 mensen geweest. Ik vraag me af waar ze die allemaal hebben gelaten. Ze zijn druk aan het opruimen. De aanbevolen herberg is vol, maar de albeguist brengt ons naar een andere die nog plaats heeft. Deze heeft ook nog een computer. Ikke blij. Duurt vijf minuten zegt de vriendelijke alberguistin, maar na een half uur sta ik er nog. Dus eerst maar Ine gebeld. IK sta nog te hijgen. ben helemaal naar de kl$%&/%&!! (erg moe).Komt Katja aan. Heeft de tocht op het paard naar boven overleefd. Ze vond het wel spannend, want echt lekker zat hetniet met haar rugzak op haar rug. Jean Christoph en Katja besluiten naar de albergue municipal te gaan.

Ik wiordt eindelijk naar boven gebracht naar mijn kamer. Wat een luxe. Kost €30,-, maar ja ik mag wel computeren. En voor je thuisfront moet je wat over hebben. Ik naar beneden om te betalen en te vragen wanneer ik kan computeren., blijkt dat het een misverstand is, want de enige computer is tevens ook de kassa van de souvenirwinkel. Vriendelijk zeg ik dat ik dan liever naar mijn vrienden ga in de albergue municipal. Dat is geen probleem en na duizend excuses voor het misverstand krijg ik ook nog een speciaal speldje.

In de albergue municipal krijg ik voor €6,- weer een bedje op een zaal van 44 personen. Hiervan zijn er drie. Om twee uur kan ik eindelijk gaan douchen en mijn kleren wassen. Om half drie ben ik klaar. Samen met jean Christoph gaat ik naar het plaatselijke winkeltje en koen we een brood e twee pakjes serranoham en ik een liter energiedrank. Gaan we ergens op een terras onze eigen bocadilla bouwen, gadegeslagen door een aantal echte toeristen, want die worden om het half uur boven afgezet, mogen een half uur rondkijken en moetenm met de volgende bus weer naar beneden.

Als ik terugkom in mijn albergue ligt Jan uit Maastricht naast mij. Onze bovenburebn zijn Sven en Matthias uit Antwerpen. Hebben we nog effe Nederlands liggen kletsen.

Om half zes weer terug voor het aperitief. We zitten buiten in het zonnetje uit de wind bij een temperatuur van 30C gezellig met zijn drieen een glas vino tinto de la casa te drinken en zien iedereen passeren. Eerst vier peregrinos (65+)uit Keulen. Heb ik nog Mallorca van de Black Foos meegezongen en hun op de fot gezet. Daarna de drie Franse dames (ook 65+) uit Toulon en Aix en Provence. Vervolgens nog wat appelkoeken voor morgenvroeg gekocht.

Om half acht diner. En daar worden wij echte Galiciers, want wij bestellen Pulpo. De nationale lekkernij: In stukken gehakte gebakken inktvis met aardappelen. Allemaal lekker gekruid. Fles vino tinto en water erbij en koffie na. A la carte eten voor €17,50. Nog geprobeerd foto´s te uploaden, maar wifi was veel te langzaam. Om negen uur naar bed. Nog 164 km tot santiago.

27e etappe. Cacabelos - Vega de Valcarce

6.45 op. Goed geslapen. Het is vannacht niet koud geweest, want ik kon vannacht zo in mijn onderbroek over de patio naar het toilet. Om vijf uur kreeg ik het pas koud, maar mijn fleecejack over mijn lakenzak was afdoende.

Om vijf voor half acht zijn we op pad. Vandaag gaat het door de wijnvelden. In de verte zien we de bergen waar we morgen tegenop moeten. We starten met kilometers alleen maar heuvel op en heuvel af. Het is bewolkt met dreiging van regen. Na een uur en twintig minuten bereiken we het wijnstadje Villafranca del Bierzo. Cafeo con leche €1,20. Hier vertrekken we om kwart over negen weer. Steeds maar langs de N VI, die nu heel stil is nu de nieuwe snelweg A6 erligt. dan weer beneden ons en dan weer (hoog) boven ons. We gaan daar vandaag wel 12 keer onderdoor. We lopen best snel. Het is maar 15C en af en toe miezert het.

Jean Christoph is een beetje melig. Met zijn engels gaat het steeds beter. Hij kletst het dan ook tegen iedereen met bijbehorende Franse mimiek en armgebaren.Hij is niet bang om fouten te maken en iedereen helpt hem. Hij bedankt me minstens driemaal per dag voor mijn engelse les. Nu loopt hij ongeveer 50 meter achter me door een in Denemarken geboren Zweed in een kilt te kletsen. Die kilt vindt hij machtig interessant.

Om kwart over tien zijn we al in Pereje. Onderweg begint het te regenen. Dus poncho´s uit de rugzak halen. Net als we dit gedaan hebben houdt het weer op. Gelukkig. Maar wel geweldig loopweer.

Kwart over tien lopen we Trabadelo al in. Eigenlijk het einddoel van vandaag. Dus besluiten we om door te lopen. Dit zijn de eerste zeven stijgende kilometers van de negentien kilometer lange (en beruchte) klim morgen naar O Cebreiro. Het gaat nog steeds erg lekker en het zonnetje begint ook voorzichtig te schijnen. De laatste zeven kilometer gaan inderdaad al aardig berg op. Ik begin overigens aardig honger te krijgen. jean Christoph ook. Daarom stoppen we om half een in La Portella. Een heerlijke bocadilla con jamon en dubbele cafeo con leche (€5,50).

Om een uur beginnen we aan de laatste vier kilometer bergop van vandaag. Dat is best pittig want we hebben dan al 21 km in de benen zitten. Vandaag hebben we dan 25 km gedaan en besluiten dat we morgen na de klim van 12 km naar O Cebreiros absoluut niet verder zullen lopen. Kwart voor 2 komen we aan in Vega de Valcarce. 7 km meer dan gehoopt vandaag. Nog maar 175 tot Santiago. OP het laatste stuk zijn we de drie Koreaanse kippen weer voorbij gelopen. Voor €5,- hebben we weer een bed in de tot nu toe oudste herberg, die ik ben tegengekomen om te slapen. Wifi werkt niet. Ook niet als de alberguist helpt. De (antieke) computer doet het natuurlijk niet. Voor de douche heb je een machinistendiploma nodig. Hoe heter ik het draai, hoe kouder het water wordt. Als ik er onderuit wil stappen wordt het plotseling gloeiend heet, maar ik krijg het tenslotte geregeld. Het enige dat ik niet in de hand heb is de kracht van de douche-strall. Die blijft hardnekkig varieren.

Was gedaan, moet bergop te drogen worden gehangen, maar dat lukt allemaal. Ine weer gebeld en nu in het dorp bijhet plaatselijke supermarktje nieuwe zeep kopen. Die hebben ze niet. Krijg ik van de alberguist een stuk savon de Marseille. Deze man verdient een tien voor klantvriendelijkheid, behulpzaamheid, enz. Kan die troel uit dat sjieke hotel van een aantal dagen nog een heleboel van leren.

Met Jean Christoph weer gaan aperitieven. Een (groot) glas lokale wijn voor €1,- en ook bij elk glas tapas erbij. Om kwart voor acht gaan we eten. Komen we bij Marco uit Sao Paulo aan tafelterecht. Jonge gozer. Heeft vandaag 40 km gelopen en wil er morgen 30 lopen. Voor mij wordt het diner macaronis (penne met een heerlijk gekruid gehakt erin) en als hoofdgerecht frites met bacon en eieren. Lekker. Wijn vino tinto de la casa Eulalia de Lians. Heerlijk.Als toetje fruit: Joekel van een blanke perzik en we krijgen van Mercedes, de dame, die ons bediende ook nog een banaan mee voor morgen. Samen met Mercedes op de foto en als we weggaan krijgen we alle drie van haar drie zoenen. Zo kan ie wel weer. Om half tienliggen we in os bedje. Nog maar 175 kilometer.

26e etappe (2e deel) Molinaseca - Cacabelos

Even voor twaalf vertrek ik weer uit het internetcafe. 2 uur internet en 1 1/2 liter water voor €3.20. Binnen 100 meter zit ik weer op de camino. Achter mij, als ik de stad uitloop, gaat met daverende klappen vuurwerk de lucht in. Om een uur ben ik al in Fuenta Nuevas en om half twee in Camponaraya. Alles vrijwel Nederlands vlak en geen bijzonder landschap. In de verte duikt de volgende bergketen weer op. In Camponaraya besluit ik te lunchen. 1 glas verse jus, 1 colan en een joekel van een appel voor €3,50. Hoor ik daar weer in een keer het kippenhokgekakel van gistern: 3 Koreaanse dames sliepen toen bij ons in de albergue. Toen ze daar aankwamen gingen er twee onmiddellijk inkopen doen in Molinaseca en de derde bleef op de spullen passen. Wij ons voorstellen, maar het kwam van haar zijde tot een breed lachen. Ik buigen, zij nog dieper buigen. Dta kon ik nooit winnen want zij zou altijd het diepste komen want zij was maar een meter vijftig en ik met mijn een drieenzeventig had dus al een achterstand van 23 centimeter. Toen we ´s avonds uit de stad van het eten terugkwamen rook het bij ons in de albergue als bij de afhaalchinees. Wat ze hebben gegeten weet ik niet want ze lagen al te slapen en alles was opgeruimd. Dus vandaag weer dat kippenhok.

Ze kunnen zich niet verstaanbaar maken maar een van de drie heeft een iphone en daar moet je dan langzaam in jouw taal in spreken en dan vertaalt dat ding het hopenlijk enigszins correct. Hier was een heel aardige Franse mevrouw de sjaak, maar ik geloof dat alles goed is afgelopen.

Tijdens de lunch besluit ik ook sokken te wisselen, want het is 30C en op het heetst van de dag moet ik nog zes kilometer. Daar begin ik om twee uur aan. Nu gaat het allemaal tussen de wijngaarden. Heb ik uitvoerig van geproefd (jatten wil ik het niet noemen), zowel wit als rood. Beiden worden door mij goedgekeurd om wijn van te maken.

Het wordt steeds heter en na een uur zie ik Cacabelos beneden mijliggen. Ik bel Jean Christoph. Hij heeft al een bed voor mij geregeld in de albergue municipal. Daar krijgt hij vanavond wijn voor. Eerst het hele stadje door en dan de rievier de Rio Cua over. Ook al geen roeiwater. Wel een zwembad in de rivier. De albergue is gebouwd binnen de muren van de ommuurde kerk. Alle doden zijn geruimd en van het kerkhof hebben ze albergue gemaakt. Net een motel. Ruimte zat, goeie douches, enz. Kamers voor 2 personen. Ik lig naast een vriendelijke Spanjaard uit de Esturias, die een paar woorden engels spreekt. Voor €5,- heb ik weer een bedje. Jean Christoph zit al op me te wachten. Ik ga eerst bier halen. Moet hier uit de automaat. Blikje kost €1,-. Het is 30C in de schaduw. Vervolgens douchen (want ik stink weer behoorlijk naar eerlijk zweet)en de was doen.

Daarna Ine gebeld. In de badkamer worden muurtjes gemetseld. Om kwart voor vijf lig ik op mijn bedje voor mijn siesta. Maar vijf voor half zes waordt ik daar ruw uit gewekt door een laag overvliegende helicopter en politie sirenes. Boeven vangen? Nee, een bosbrand op vier kilometer van het stadje en de heli komt zijn bluswaterzak in het zwembad vullen. En elke keer als de sirenes gaan moeten de mensen uit het zwembad.

Daarna checken of was droog is en met ean Christoph en Katja naar stad voor het aperitief. Jean Christoph loopt door terwijl wij nog naar die heli staan te kijken. Vervolgens kunnen we hem nergens meer vinden. Toen hebben Katja en ik maar allleen geaperitiefd. Katja daarna terug naar de albergue om haar twaalf blaren te verzorgen en ik alleen eten. Ik kon hier wel alle foto´s uploaden. Macarones con tomate y ahui (lekker), Brochetta de cerdo adobado (6-) en arroz con leche. Lokale wijn uit Bierzo. Heerlijk. Alles voor €10,- . Ben net klaar met eten als Jean Christoph langskomt. Heeft twee deuren verder gegeten.

terug naar de albergue. Pas nu hoeft het fleecejack aan. Om half tie slapen. Nog maar 201 kilometer.

26e etappe (1e deel) Molinaseca - Cacabelos??

Om kwart voor zeven opgestaan. Weer goedgeslapen. Het was allen vrij benauwd in os hok/kamer. om kwart over zeven verekken we. Er is leen nergens een cafe open om te ontbijten en Ponferrada is meer dan een uur lopen. Maar we gaan op pad. Zwijgend. 7C. Langs de route nationale naar Ponferrada. Zit toch nog een heuvel in. Om half negen zitten we in een cafe aan het ontbijt. De eerste zeven kilometer zitten er al weer op. Voor mij een dubbele con leche (krijg je hier churros bij) en een croissant en een napolitana (chocolatine in Frankrijk).

We houden krijgsraad. Vanavond proberen we Cacabelos te bereiken. Dat is nog 15km. Ik sla af naar rechts bij het eerste boordje Officio de Turismo. Kom ik een dame tegen, die haar 14 jaar oude bruine cocker spaniel uit laat. Ik vragen nbaar een cyber cafe. Dat is er en zij brengt er mij naar toe, maar zegt ook dat het vandaag een feestdag is. Ze weet niet of het wel open gaat. Normaal starten ze hier om 10 uur en tot zo lang blijf ik wachten. Kan ik eerst nog de basiliek bekijken. Als ik hier aankom gaat deze net uit. Alle mensen netjes zondags aangekleed. Ik naar binnen (gelukkig geen entree). Krijg ik van de dames die er zitten een speciaal bidprentje omdat ik peregrino ben. In het midden staat iets groot blinkends met Maria erop. Blijkt de grote zilveren draagbaar te zijn die door heel veel mannen moet worden gedragen.

Terug naar het internetcafe. Het is kwart voor tien. Ik besluit in het cafe ernaast nog een koffie te gaan drinken. €1,-. Krijg ik nog een staaltje Spaans politiewerk te zien. Er mag niet worden geparkeerd vandaag. Dus staan die koddebeiers ijverig te schrijven. De jonge gasten, eigenaars van de auto´s zijn het er niet mee eens en gaan verhaal halen. Ik heb alleen wegwees en wegwuif gebaren van de politie gezien en later (stiekum) opgeheven middelvingers van de drie jongens. het is tien uur geweest en mijn cybercafe nog steeds niet open. Ik naar de politie die daar nog steeds staat. Alles is vandaag cerrada, gesloten, want het is feestdag. Hij kan me niet verder helpen. Dus loop ik naar de taxistandplaats een paar meter verder. En daar heb ik geluk. Een Duits sprekende taxichauffeur, die mee naar een cybershop wil brengen, die 24 uur per dag open is. En dat doet hij voor €5,-. Ik geef hem er zeven. en daarvoor gaat hij me ook nog voor de shop in om uit te leggen wat ik wil. Ook wijst hij me nog de weg. Ik blijk vlakbij de camino te zitten. En ik kan gelijk gaan schrijven. En daar ben ik nu mee klaar. Ik ben weer blij en dan ga ik weer goed lopen, want ik hoef nog maar 15km naar Cacabelos. Daar kan ik misschien mijn achterstand in foto´s wegwerken.

25e etappe Foncebadon - Molinaseca

Om 2twee uur moest ik er uit voor een sanitaire stop. Daarvoor moest ik weer buiten over de patio. Koud, 4C, en het regende dat het goot. Ik kreeg al hallucinaties bij later op de dag als het eerst nog een uur omhoog gaat naar het Cruz de Ferro en dan 15 kilometer omlaag, waarvan sommige stukken zeer stijl. Tegen de kou heb ik een deken over mijn lakenzak gegooid, maar die leg ik er niet meer op want in ons kleine hok met zes personen (staat gelijk aan een 1200 watt kacheltje) is het warm zat.

Als we om half zeven opstaan is het gelukkig droog. De Spanjaarden zijn het eerste weg en dus hebben Jean Christoph en ik de ruimte. We ontbijten voor €3,- in de albergue. Aan het ontbijt is het Cruz de ferro het enige onderwerp. Iedereen is toch benieuwd wat het is, hoe het voelt in die bijzondere omgeving op 1500 meter hoogte. En daarna het dalen terug naar 600 meter. Allemaal zijn we erg benieuwd.

Om twintig over zeven stappen we naar buiten. Nog steeds koud 4C. De maaskei zit in de zak van mijn fleece-jack. Om twintig voor acht zijn we bij het Cruz de Ferro. Alle peregrinos, die er staan zijn stil. Niemaqnd praat. Ik schiet ook vol (nu weer) en weet niet wat het is. Gewoon een hoop keien met daarop een kale eiken paal en daarbovenop een (niet eens zo groot) ijzeren kruis. Meer is het niet. Maar de totale atmosfeer, daar bij zonsopgang op een plek waar al meer dan 1000 jaar peregrinos komen om er hun steen neer te leggen heeft iets heel speciaals. Ik voel mijn familie, Ine, Rob, Katja, Gijs, Kim en de twee muppets Lotte en Maud en nummer drie op komst en zelfs lieve Bo.

Terwijl we er met zeker twintig peregrinos staan is het er doodstil. Er worden foto´s gemaakt. Ik haal de maaskei uit mijn zak en gooi hem op de stapel. En zie hem meteen in de massa verdwijnen. Tussen al zijn vriendjes "from all over the world". Ik kijk om me heen. Jean Christoph heeft het moeilijk en Els pinkt ook een traantje weg en fluistert me toe: "Ik weet niet wat het is, maar het doet me meer dan ik dacht". Ik kan dit alleen maar zwijgend beamen.

Na 10 minuten lopen we door en wat me opvalt is dat er geen twee peregrinos bij elkaar lopen te praten. Iedereen begint af te dalen alleen met zijn eigen gedachten. Voor mij houdt dit na een kwartier abrupt op want ik wordt gestoken door zo´n kleine rot steekwesp. Het doet verdomd pijn, maar ja ik moet door want de afdaling wordt steiler over een keienpad met grote keien, dus flinke kans op struikelgevaar. Op dit stuk ben ik heel erg blij met mijn hoge schoenen. Ik besluit ook om mijn stokken te gebruiken voor deze afdaling en dat helpt flink: extra steunpunten en minder last van mijn knieen. Om van het uitzicht en het landschap te genieten moet je echt stil staan anders is het te gevaarlijk. Eindelijk zien we Ponferrada liggen, maar het is dan nog zeker vier uur lopen.

Om kwart over 10 stoppen we in El Acebo. Een blik chocomel en een blik cola (€2,30). Komen Clover en Anna Maria ook weer vrolijk zwaaiend langs. Achillespees van Clover is over, dankzij de massages van Anna Maria. We hebben er al 11 km opzitten, de zon brandt al weer lekker en het fleece jack kan uit. Nog 8 km naar Molinaseco.

Half elf weer op pad naar Riego de Ambros. Daar zijn we al om elf uur. Effe steentje uit mijn schoen halen en weer door voor de laatste zes moeilijke kilometers stijl bergaf. (ik weet niet eens meer of ik stijl met korte of lange ei7ij moet schrijven). Mijn gids meldt dat het een leuk en intereressant paadje is en dat bestrijdt ik hier ten zeerste want voor mij is het een drooggevallen bedding van een beek. Grote gladde keiene en gladde harde rots. Nu is het 26C en zonnig. Ik moet er niet aan denken als ik dit in de regen had moeten doen. Dit hele stuk doe ik weer met behulp van mijn stokken. Om twaalf uur precies zit ik bij de ingang van het dorp bij de eerste kerk en de bron. Mijn fles water gevuld en Ine gebeld. Ik meot hier melden dat ze gisteren niet "op de lappen was" maar naar het concert van Venlo Classic live, waar Sef weer in grote vorm moet zijn geweest. Bij deze dus gecorrigeerd. Waarvan akte. Ze heeft ook nog badkamertegels uitgezocht. Gezien de prijs hebben deze minimaal een gouden randje.

Na 10 minuten komt Jean Christoph aanstekkeren. Ik zie aan zijn gezicht dat hij behoorlijk heeft geleden. Onze krijgsraad: Door naar ponferrada of hier stoppen is dan ook erg kort: We stoppen hier in Molinaseca. na een zowel emotoneel (1e stuk) en fysiek (2e stuk) zware dag. Dus op zoek naar een albergue. Molinaseca is een schitterend gerestaureerd oud stadje compleet met een zwembad onder de brug in de rivier. Door het hoofdstraatje lopend wordt "besprongen" en geknuffeld door de drie Belgische dames uit Antwerpen. Ze hadden mijn blog al gelezen en vonden het geweldig. Vonden ook dat ik hun erg goed (drie plaatjes van meiden) had beschreven. Hadden het blog al doorgestuurd naar alle familie en bekenden. Zij lopen in elk geval door naar Ponferrada.

Aan het einde van het dorp vinden Jean Christoph een luxe hotel dat bedden aanbiedt voor €8,-. Dat willen wij wel eens meemaken. Hetis inmiddels alweer 30C. Na drie keer bellen bij de balie (zeer ongebruikelijk in een albergue) komt een ronduit onsympathiek mens ons verwelkomen. ZE spreekt Frans en zegt dat we ons zelf in moeten schrijven in het Spaans. Daar wordt ik balorig van. Hoezo klantvriendelijk. Ik schrijf me dus keurig in het Nederlands in. Doe net alsof ik geen Frans versta. Daar is zij weer sjagrijnig van, maar tegen haar praat ik alleen nog maar plat Venloos. We worden naar de overkant van de weg gestuurd. Daar ligt een vrijstaand huis. Ingericht voor peregrino´s. Wij zijn de eerste dus kunnen we uitzoeken. We nemen de grootste slaapkamer met 2 stapelbedden en installeren ons. Gelukkig hoeven we die troel aan de overkant ook niet meer te zien. We hebben dus een echte badkamer met lekker warm water, dus besluit ik me maar weer eens te scheren na vier dagen met mijn fusion mesje. Heb er maar een bij me. Moet genoeg zijn. Doet mer gelijk weer denken aan het verhaal van Sjors twee dagen geleden. Hij had van die goedkope wegwermesjes gekocht, maar na een bleodbad te hebben aangericht bij de eerste keer scheren heeft hij de term wegwerpmesjes letterlijk genomen en ze allemaal tegelijk weggesmeten.

Siesta en om kwart over vier wordt ik wakker. Annu (63) uit de omgeving van AArhus en Willemien (77) uit Apeldoorn komen binnen. Willemien is twee keer gevallen op de laatste steile afdaling. Gelukkig niets gebroken. Wil alleen maar slapen. Zijn zijn helemaal uit Rabanel gekomen. Hebben dus vanmorgen eerst nog dat steile stuk naar Foncebadon gelopen in het donker en naar blijkt zonder behoorlijke kaart met hoggteverschillen. Je moet maar durven.

Opnieuw gestommel en daar komen 2 australische dames (45+) binnen. Zijn ook blij dat ze er zijn. Naar buiten toe. De was is alweer droog en uit de tuin nog een lekkere appel gejat. Toen naar het dorp voorhet aperitief. In de kroeg zijn wij de enige niet spanjaarden en daar beleven wij de laatste kilometers van een bergetappe met Tom Dumoulin bij de besten. Als Valverde afhaakt gaat er een gebrul op. Zij kunnen toch niet stil zitten kijken en het geluid hoeft ook niet aan. Leuk om te zien. Oh Ja Frank Schleck wint en Tom Dumoulin heeft de witte trui en staat vierde. Beregoed.

Om zeven uur gaan we eten. menu pregrino. Voor mij Spaghetti Bolognese en Filete de terneca (kalf) en rijstepuding toe. Het is allemaal weer lekker. De bijbehorend ewijn trouwens ook. Jean Christoph hoeft geen wijn dus heb ik weer de dure plicht om die fles alleen leeg te maken. Komt Matilde ook bij ons zitten. Zij heeft een hele fles voor zich alleen bij het eten. Jean Christoph haakt af en wij maken de flessen leeg. Daarna terug naar de albergues. Zij slaapt een albergue verder. Om half tien ben ik terug en ontdek dat ook Pablo (28) uit Chili en Laure (32) uit Strassbourg op de kamer liggen. Ik slaap vrijwel direct.

24e etappe (deel 2) Murias de Rechivaldo - Foncebadon

Na het computeren ga ik naar de eigenaar om hem de afgesproken €2,- te betalen. Maar dan ziet hij dat ik ook de naam van zijn albergue heb genoemd en is het voor niets. Jean Christoph staat al op me te wachten en is blij voor me dat het weer is gelukt. Nu even gaan kijken of Clover en Anna Maria het ook hebben gehaald. Als we de albergue uitstappen komen zij er net aan. Ook al gedouched. Ze hebben gehoord dat er "iets middeleeeuws" moet zijn waar je kunt zitten en ook eten. Lijkt ons een strak plan. In een soort bouwval aan de buitenkant gaan we naar binnen en inderdaad komen we zo in de middeleeuwen terecht, wat aankleding van de zaak en het personeel betreft. Onze dame achter de tap spreekt vrij goed engels. Wij bestellen wijn. krijgen we in mokken en kost €1,- per glas en is nog lekker ook. Bovendien krijgen we er nog tapas bij. Toe maar.

Buiten gezellig zitten praten. Vooral over het pittige laatste stuk berg op, maar de overweldigende natuur maakt alles goed. Komt Kathia uit Slowenie ook nog langs. Dus nog maar een wijn besteld.

Om zeven uur gaan we eten. De meiden doen niet mee omdat zij ´s middags al hebben gegeten. Wij komen dat restaurant weer in en lopen langs een tafel waar iedereen vrij grote lappen vlees zit te eten. Na die vegetarische dag van gisteren willen wij dit ook wel en kijken verder niet eens op de kaart. Het heet Churrasco de tennera. Het zijn drie verschillende lappen vlees, maar dan tegen elkaar aangelegd, zodat het een grote lijkt. Ter grootte van een flinke T-bone steak. Er liggen ook nog lekker gekruide gekookte aardappelen eomheen en paprika´s in saus. Allemaal heel erg lekker. De wijn van het huis is ook prima, maar dat wisten we al. Totaal voor €12,50, want meer kregen we niet naar binnen gewerkt.

Aan onze tafel zit ook Ken (54) uit Dublin. Hij was ook Collin tegen gekomen en voor we het weten zitten we weer in Fawlty towers, dad´s army, enz. enz. Ook de Dublinners (fameus drink en zing gezelschap) worden besproken. Maar dan in een keer een hels kabaal op het golfplaten dak. begint het flink te regenen en ik heb mijn was nog buiten hangen. Dus ik rennend op mijn slippers tegen de berg omhoog naar mijn albergue. Onderweg in andere albergues zien een aantal peregrinos mij langs scheuren. Lachend wensen ze mij een buen camino. Daar moet ik hartelijk om lachen. Mijn was is gelukkig nog vrijwel droog. De rest droogt ie vannacht binnen wel.
Om negen uur lig ik al in bed nog foto´s te uploaden. De steen, een maaskei van meer dan 200 gram van bij ons voor aan de Maas, die ik heb meegenomen heb ik al opgegraven uit mijn rugzak. Met mijn gedachten bij het Cruz de ferro val ik toch snel in slaap. Het was een pittige dag met 22 stijgende kilometers.

24e etappe (deel 1) Murias de Rechivaldo - Foncebadon

Vanochtend om half zeven op. Ik heb alweer goed geslapen alleen moest er toch nog een keer extra uit omdat ik mijn was vergeten was binnen te halen. Daarvoor moest ik metde lamp op mijn knar destikdonkere tuin in.Gelukkig was alles droog. En toen kon ik echt gaan pitten. Om te plassen moest ik de patio oversteken en daar was het fors kouder (6C) dan in de slaapzaal. Later die nacht moest ik toch ook nog een deken over mijn lakenzak gooien, maar dat was geen probleem, want op elk bed was er al een klaargelegd.

Om 7 uur ontbijt. Nog effe Limburgs kunnen kletsen met Sjors en Els. Zij vertrokken tien minuten voor ons om twintig over zeven en tot nu heb ik ze niet meer gezien. Tijdens het ontbijt houden Jean Christoph en ik nog even krijgsraad. Het is tot Foncebadon nog 22km alleen maar bergop en met name de laatste 5 km gaan vrij steil omhoog. We besluiten om in elk geval de eerste 17km naar Rabanal del Camino te lopen en kijken hoe laat we daar zijn, hoe het weer is en hoe we ons voelen. Als alles OK is zullen we ook de laatste vijf km doen.

Om half acht vertrekken we bij een fantastische zonsopgang achter ons in een overweldigend landschap met op de achtergrond de berg waar we vandaag tegenaan moeten. het is nog best koud maar de zon begint te schijnen en we voelen de temperatuur langzaam stijgen. We zitten op 900 meter hoogte en Foncebadon ligt op 1450 meter. We zijn echt helemaal alleen in een hele diepe stilte. Voor mij is het alsof ik in de Arriege richting Pyreneeen loop.

Na drie kwartier horen we opeens schoten in de verte. Ze zullen ons toch niet voor herten of wilde zwijnen aanzien? Maar dat valt gelukkig mee. Een ouwe baas staat met een verrekijker op de uitkijk en maakt ons duidelijk dat de jagers de andere kant op schieten en dat ze inderdaad op herten jagen. Hij vraagt uit welk land we komen en als hij hoort dat ik uit Nederland kom begint hij heel breed te lachen en maakt mij duidelijk dat hij best lol heeft dat wij van IJsland hebben verloren. Ik lach gewoon met hem mee. Ook herinnert hij me er fijntjes aan de we de finale van het wereldkampioenschap van Spanje hebben verloren, maar daar kan ik ook niets meer aan veranderen. Ook wijst hij ons heel in de verte waar Foncebadon ergens moet liggen in de bergen en dat is nog een klere-eind lopen.

Na een uur loprn bereiken we Santa Catalina de Somoza. Het gaat lekker dus besluiten we niet te pauzeren en dat pas in het volgende dorp te doen. Het komend uur prtaen we veel over rugby, de favoriete sport van Jean Francois. Hij wil per se voor het einde van de maand terug zijn als het wereldkampioenschap in Engeland begint. Ik eigenlijk ook, want ik kijk er liever naar dan naar voetbal.

Om kwart over negen zijn we in El Ganso. We hebben dan al bijna 10 km, steeds bergop, gelopen over ontzettend lange rechte paden, maar die lopen heerlijk ondanks dat het voortdurend omhoog gaat. Daar komen we terecht in een cafe dat zou moeten zijn ingericht als een western saloon. Het blijkt een schuur te zijn met allemaal oude meuk aan het plafond en de muren en het meubilair valt ook in die categorie. De eigenaar, gekleed in het camouflageuniform van het Spaanse leger, heet ons hartelijk welkom en stelt zich voor als Buffalo Bill. Ik zeg dat ik Broer Konijn heet en dat rekent hij ook goed.

Als we weer weg willen gaan komen er drie plaatjes van meiden binnen, die onderling Vlaams praten. Dat zijn Liesberh, Barbara en Janneken (allemaal rond de dertig) en ze komen uit Antwerpen. Nog even bijgekletst en zij besluiten ter plekke fan van mijn blog te worde. Dus ik ben weer drie emailadressen rijker om in te voeren.

Om kwqart voor negen vertrekken we uit El Ganso. het fleecejack is uit want het is inmiddels al boven de 20C. Gelukkig met een heel klein koel briesje. Het ideale loopweer. Nog steeds achetr onze eigen schaduw aan in het ook nog steeds overweldigende landschap. Als ik daar een foto van maak valt die vies tegen. Wat ben ik toch een amateur. Na een half vuur lopen halen we Clover (28) en Ana Maria (28) uit Galway in. Clover spreekt een beetje Nederlands want ze heeft een Nederlands vriendje gehad. Wij gaan iets langzamer lopen en gezellig kletsend over Ierland en de Dublinners, enz. schiet het lekker op. Op het laatst blijft Clover een beetje achter, achillespees, maar geeft aan dat wij door moeten lopen want we zijn toch alweer bijna in Rabanel del Camino. Daar zijn we al om half twaalf. De eerste 17 km zitten er al op. Jean Christoph en ik voelen ons alletwee erg goed en besluiten een half uur te rusten en dan de laatste moeilijke vijf km bergop naar Foncebadon te beginnen. Clover en Ana maria weten het nog niet en besluiten in elk geval wat langer te rusten. Zij worden in elk geval ook fan van mijn blog. Ik neem een caola (suikers) en een empenada de carne.l Morrejen, dat is pas lekker. Het is net een appelvlaai met een dichte bovenkant, maar de appelen zijn nu vervangen door een soort allejezus lekker gekruid gehakt. Cola plus empenada €3,50.

Om 12 uur beginnen we aan het moeilijke stuk. Clover weet hoe het moet in Nederland en geeft me drie kussen en jean Christoph twee (want dat is Frans) en Ana Maria volgt haar voorbeeld. Kijk daar kun je mee verder en dat gaan we dus ook doen. Het stijgingspercentage neemt toe, maar in een tempo op ongeveer 70% gaan we door. Ik moet voorop. We gaan er vanuit dat het wel eens twee uur kan duren deze vijf km want we gaan er van uit dat we ook nog moeten rusten. Maar het gaat lekker en we halen alleen maar andere peregrinos in. Sommigen hijgen werkelijk als postpaarden en ik ben heel erg blij met mijn bijna700 trainingskilometers in de benen. Gelukkig nog steeds het overweldigende landschap, maar het is behoorlijk zwaar. Ik weet nu al dat dit in de top drie van zwaarste etappes komt te staan maar is wel de mooiste. Om kwart voor een, als we een bocht omkomen uit een bos zien we Foncebadon al voor ons liggen. Het laatste stuk met nog een paar heftige klimmetjes doen we in een half uur en om kwart over een zijn we er al. In het dorp gaat het ook nog omhoog en we besluiten de laatste albergue te nemen want dan hebben we deze stijgingsmeters ook maar gehad.

Foncebadon was tot voor kort een ghost town, maar met geld van de Europese gemeenschap voor het culturele erfgoed zijn hier enle albergues weer geopend en er zijn ook alweer een paar boeren. Het heeft geen verharde wegen, maar uitsluitend grind/stenen paden. In onze albergue , La Posada delo Druida,loop ik zo tegen een computer aan. Volgens de eigenaar is hij privado, maar ik weet hem over te halen en voor €2,- mag ik straks mijn blog gaan schrijven. Ik ben helemaal blij. Maar eerst een bed: €7,- is het vandaag komen we terecht op een zes persoons kamertje. 3 stapelbeden. Je kunt er je kont niet keren, maar dan is het vannacht in elk geval lekker warm. EErst een grote pot bier voor mij. Die hebben ze niet. Het grootste wat hij heeft is een halve liter echte Franciskaner Weissenbier uit MUnchen. voor €2,50. Ik ben helemaal gelukkig. Daarna douchen. We laten een dame voorgaan, maar die komt snel terug dat het alleen maar koud water is. De eigenaar het stookhok in en voila, warm water uit een regendouche. kan mijn ogen niet gelove. Daarna wassen en Ine bellen. Maar die is "op de lappen". bel ik straks. Dan maar lekker siesta. Als ik om vier uur wakker wordt ligt er eenSpaanse familie bij ons op het kamertje: Vader, moeder Vera (48), dochter Diana (28) en een broer van pa. Moeder en dochter spreken een beetje engels, maar met handen en voeten redden we het wel.Vervolgens dit stukje schrijven. En dat is nu klaar en dan gaan we kijken of Clover en Ana Maria het hebben gehaald en anders moeten we met zijn tweeen gaan aperitieven

23e etappe (deel 2) Hospital de Orbigo - Murias de Rechivaldo

Na het computeren in Astorga helemaal blij om twee uurweer de stad doorgelopen op weg naar het Gaudi museum en de kathedraal, maar ik had het kunnen weten. Ook hier was het siesta time en dus heb ik alleen wat foto´s van de buitenkant gemaakt en ben met een blij gemoed richting Murias de rechivaldo gelopen. Jean Christoph zou hier een plekkie ergens in een albergue regelen. De hele tijd onderweg kijk ik naar de berg (1500 meter) waar ik de koemende 26 kilometer tegenop moet. Hij is gelukkig niet zo stijl, alleen natuurlijk weer de laatste zes kilometer, maar omhoog is omhoog.

Omdat ik blij ben ligt mijn tempo gelijk ook hoger. Ik meet de tijd op tussen twee kilometerpaaltjes en zie dat ik over een kilometer maar tien minuten doe. Dat is dus zes km per uur met een rugzak van 10kg exclusief water. Ik haal een paar peregrinos in, maar het is niet druk. Weer de prachtige vergezichten. het is puur genieten en om drie uur ben ik al in Murias de rechivaldo. Jean Christoph zit bij een cafetje al op me te wachten. Ik stik van de honger en sterf van de dorst. Dus in dat cafetje een halve liter Mahou bier en een echt huisgemaakte bocadillo met serranoham en ook nog flink dikke schijven. Dat helpt. De mevrouw van het cafe wil niet op de foto, maar het is me toch gelukt. We besluiten om er later die middag ook te gaan aperitieven.

Jean Christoph heeft een pracht albergue gevonden. Het laatste huis van het dorp aan de camino. Ik kan de eerste kilometers grindpad bergop zo voor me zien liggen. Helemaal achter in het dorp dus en voor de venlonaren: niet achter in het ven en de dochter van don Tinus zit hier ook niet in de kieperen. Maar een heel erg leuke, goed Frans sprekende,mevrouw, die me voor€21,- laat dineren, slapen en ontbijten. Het is alleen vegetarisch en Jean Christoph is er niet helemaal gerust op, maar ik stel hem gerust dat vegetarisch heel erg lekker kan zijn.

Dus eerst weer douchen en mijn was doen en daarna Ine bellen, maar die is zingen vertelt Gijs. Dus vanavond maar tweede poging als ze bij de roeibarbeknoei zijn. het douchen ging niet helemaal vlekkeloos. Ik draai aan de kraan en er komt geen water uit. Shit. Ik me weer aankleden en gaan vragen hoe het zit. Mevrouw gaat mee, duwt op de kraan en inderdaad er komt lekker warm water uit. Waarom ben ik nu weer niet op het idee van duwen op de kraan gekomen.

Ik lig met 22 man/vrouw op de kamer en weer in een benedenbed in een echt antiek zaaltje. prachtig met houten balken. Om half vijf lig ik te pitten en om half zes maakt Jean Christoph me wakker om te gaan aperitieven. Lopen we op weg daarheen Mathilde weer tegen het lijf, die in de andere albergue van het dorp is ingekwartierd. Samen weer naar het enige cafe van vanmiddag. lekker buiten in de zon maar wel al het fleecejack aan want de wind begint al koeler te worden. Twee pils en een wijn voor €3,60 en we zijn weer helemaal gelukkig.

Tgenover de kroeg zit een heel lieve (eufemisme voor heel lelijke) vrouw, want volgens Mathilde is het een vrouw, op haar Iphone een spelletje te spelen. tegelijk past ze op 2 katten en twee honden en als die iets te ver van haar stoel vandaan lopen begint ze tegen die beesten te schreeuwen. We schrikken ons een hoedje, maar na een aantal keren begint het te wennen en de rest van de bevolking kijkt er niet vreemd van op.

Om zewven uur eten. We zitten met vijf aan tafel: Sjors uit Roosteren, Els uit Meijel, Kathia uit Slowenie. jean Christoph en ik. Sjors en Els blijken ervaren Ke4nnedymarslopers te zijn en als ze horen dat ik dat ook ooit een keer heb gedaan kijken ze me erg blij aan.Eerst een "vegetable soup". We komen te weten dat er in elk geval pompoen, wortelen, zuchini en aardappelen inzitten, maar met de bijbehorende kruiden smaakt het heerlijk. Daarna "pasta". Dit blijkt een penne ovenschoetel te zijn met tomaten, paprika, broccoli en nog meer en heerlijke kruiden, overbakkenb met kaas. Heerlijk en als toetje gebakken banaan met kaneelyoghurt. Ook heel erg lekker. Jean Christoph is aangenaam verrast en wil bijna vegetarier worden. En een rode wijn uit La Mancha: Abadia del Roble. Ook prima.

Tijdens het eten zit ik de hele tijd tegen een computer aan te kijken en ineens valt het kwartje. het zal toch niet dat? En nee hoor. Hij doet het en ik hoef er niets voor te betalen. Er wordt alleen een donativo verwacht. Dus na het eten gelijk eerst Ine gebeld. Alles goed en het bad is gesteld.

En toen toch maar gelijk weer achter de computer gekropen om deze etappe af te schrijven. Jean Christoph is al bezorgd komen kijken want wil nog een lekker glas wijn metzijn Engelse leraardrinken en ik met mijn Franse. Om uiterlijk half tien liggen we er weer in., want morgenvroeg moeten we om kwart voor zeven op om op tijd aan het ontbijt te zijn en dan gaan we beginnen aan de lange klim.