chrisnaarsantiago.reismee.nl

33e etappe, Palas de Rei - Arzua

Half zeven gaat de wekker. Ik heb alweer goed geslapen.

Om vijf minuten over zeven loop ik al. Jean Christopher wil langzamer lopen en Maeve en Katja zijn nog eerder vertrokken. Zelf wil ik vandaag niet meer dan 25km doen tot Ribadiso da Baixo. Tot acht uur loop ik weer in het donker en het is gewoon weer een aantal keren de Cauberg op en af. Om half negen begint het te regenen, net als ik het gehucht Casanova passeer. Direct daarna loop ik Katja achterop. Zij gaat niet zo snel maar loopt wel stug door. Om negen uur koop ik ergens in een winkeltje twee bananen (€1,-) en bij het afrekenen sta ik naast Maeve. Samen met haar loop ik door en daar komt even later Charles (65) uit Glasgow bij.

Om tien uur zijn we al in Melide. In een restaurant zijn ze net Pulpo aan het bereiden in zo´n soort vitrine naast de ingang. De kok haalt een voor een die inktvissen uit het kokende water. Maeve moet bijna over haar nek als ze het ziet.

Om half elf zijn we weer op weg. Nog steeds van die zeikregen, die recht naar beneden valt en mijn paraplutje doet het nog steeds prima. De poncho werkt ook goed. Steeds maar op en af. Ook hier weer geen meter vlak. In Boente moet ik even een steentje uit mijn schoen halen bij een albergue. We lopen gelijk door en passeren Castaneda en Rio, steeds maar weer op en af.

Om kwart voor een bereiken we mijn doel voor vandaag Ribadiso da Baixo. Maar in de regen is het daar een troosteloze bedoening. Er is alleen maar een albergue en ik zie dat ik daar ook naar buiten moet voor het toilet. Geen aanlokkelijk vooruitzicht met deze constante regen. Maeve en Charles willen ook door. Ik voel me goed dus besluit ik die vier kilometer naar Arzua er ook maar achteraan te plakken. Nat ben ik toch al. En die vier kilometer zal ik me blijven herinneren want we moeten nog eens tegen een soort Redoute omhoog. Nog eens drie kilometer klimmen in die zeikregen. Als beloning begint het ook nog eens hard te waaien. Dus heb ik mijn pluutje maar ingeklapt voor vandaag. Het gaat bovendien ook steeds harder regenen.

Om half twee zijn we in Arzua. Door een extra harde windvlaag wordt ik zowat een albergue ingeduwd. Ik besluit onmiddellijk om er te blijven. Maeve en Charles komen meer dan een kilometer verder in een hotelletje terecht. Die kom ik vanavond bij het aperitief wel weer tegen als ik in de regen de albergue municipal tenminste kan vinden. Voor mij was dit mentaal de zwaarste etappe door die ellendige extra vier kilometer bergop in de regen met die harde wind.

In de albergue wordt ik ontvangen door een heel vriendelijke dame, die ook nog goed Frans spreekt. Voor €10,- heb ik weer een bedje en voor €8,- worden mijn natte en vieze spullen weer gewassen en gedroogd. Mijn grootste zorg voor vandaag is dus weg. Blijk ik alleen vergeten te zijn om mijn fleecejack in de was te doen. Is alles schoon heb ik dat stinkende ding nog. Misschien lukt dat morgen.

Ine gebeld. Alles OK. Ze zijn al begonnen met het betegelen van de badkamer.

Om drie uur lig ik in mijn nest voor de siesta. Straks maar vragen of er in het stadje een internetcafe is. Buiten zeikt het nog steeds van de regen.

Als ik wakker wordt blijken Rafa en Elena uit Madrid naast me te liggen. Spreken beiden gebrekkig engels, maar genoeg om wat te kletsen.

En dan op zoek naar de albergue municipal voor Jean Christoph en Katja. Weer een 500 meter door de stromende regen. Maar gelukkig heb ik weer droge kleren. Ze zijn alletwee gearriveerd en hebben zin in pizza. Ik ook want ik was er net langs gelopen en het water liep me in de mond. Maeve komt niet want die zit te ver weg om in deze regen naar de pizzeria te komen. Die komen we morgen wel weer tegen. We zijn koud, dus maar weer het recept van Katja,s moeder. Ik bestel een dubbele whisky voor mezelf en een dubbele rum voor Katja en jean Christoph., want op een been kun je immers niet staan. Komen ze die consumpties brengen in een bierglas en dat is helemaal vol. En niet van de ijsklontjes. Alles voor €9,- en we krijgen er ook nog drie verschillende tapas bij.

We bestellen pizza. Ik heb geen idee meer welke ik heb gehad, maar een pizza, een glas wijn en een glas bier is hier €11,-. En het smaakte allemaal prima.

Kwart over acht loop ik snel weer terug naar mijn albergue. Het regent nog steeds en ik ben goed moe na de bijna 30km van vandaag (met rugzak). Om half negen lig ik erin en heb nog tot kwart voor negen foto´ge-upload, maar mijn ogen vallen van vermoeidheid (en drank?) dicht.

32e etappe (Deel 2) Portomarin - Palas de Rei

Voor €4,- heb ik twee uur kunnen computeren en dan eindelijk terug naar de albergue om te douchen en dat is hard nodig want ik meur weer behoorlijk. Daar had ik de pech dat bijna al het warme water op was en ik behoorlijk koud heb moeten douchen, maar daar wordt je (veel) later toch weer warm van. En onder zo´n koude douche wordt je ook heel snel.

Kleren wassen ging echter niet meer helaas, dus heb ik die meurende zooi maar in een plastic zak gestopt en wordt dat morgen mijn hoogste prioriteit.

Om half zes weer aperitief. We zijn er allemaal: Katja, Jean Christoph, Maeve en ik. En tijdens het aperitief worden weer uitgebreid tapas geserveerd. De dames beginnen zich zorgen te maken of ze nog wel moeten gaan eten.

Om half zes zitten we aan tafel. Katja had even een rondje door het stadje gemaakt en een aardige tent gevonden en daar met haar Spaans maar gelijk een tafeltje gereserveerd. Pasta Bolognese, pollo all brandy con champinones en natillas caseras en natuurlijk vino tinto de la casa. Alles voor €10,- en het was hardstikke lekker.

Tijdens het diner komen aan het tafeltje naast ons Duitse peregrinos uit Keulen zitten. Je hoort het meteen. Bovendien had ik ze in O Cebreiro al een keer op de foto moeten zetten. Wedden dat ik met hun een liedje kan zingen in de eigen taal? Tafelgenoten kijken mij aan en even later sta ik met hun "Mallorca" van de Black Fooss weer te zingen. We kregen nog applaus van de hele tent.

Maeve viel om van de slaap en ging iets eerder weg. Toen wij opstonden en wilden betalen bleek dat zij alles had betaald. De boef.

Om kwart voor negen lag ik al in mijn bedje. Met al die whiskies nog in mijn systeem sliep ik zo.

32e etappe (1e deel). Portomarin - Palas de Rei

Vandaag kwart over zes op omdat we vandaag 25 km willen lopen. Als ik wakker wordt zie ik dat maeve haar bed al leeg is. Die krijgt van mij het certificaat "wegzijn zonder lawaai". Ik heb goed geslapen. Gelijk naar buiten kijken en ik zie dat het gelukkig droog is. Volgens de weerprofeten van het journaal tijdens het ontbijt zal het dat ook blijven, maar het zal wel de hele dag bewolkt blijven. Dus zeg maar; Gewoon lekker Nederlands loopweer.

Om kwart voor zeven lopen we naar het cafetaria aan de overkant voor het ontbijt. Ik vind het best wel koud. Om kwart over zeven zijn we weg. Eerst weer steilnaar beneden en daarna meer dan drie kilometer op redoute-achtige wijze omhoog. Als we boven zijn weet Jean Christoph me op gloedvolle wijze te vertellen dat hij uit een gezin van agrariers komt en dat het Niet gaat regenen. Hij heeft het nog niet gezegd of het begint inderdaad te regenen. Om 9 uur zijn we in Gonzar en ik trek mijn poncho ook maar aan, want mijn paraplu is niet genoeg. Ik pauzeer verder niet en stekker gelijk door. Jean Christoph heeft er vandaag zin in en loopt vooruit. Hij roept nog Legonde en albergue municipal. Ik zie het wel. Kom hem wel tegen.

Onder de voortdurende miezerregen ben ik om elf uur al in Legonde. Daar kom ik Maeve weer tegen en we besluiten om samen door te lopen, want we hebben nog lang niet alles over roeien verteld. En zo samen gezellig lopen kletsen schiet het lekker op en om kwart voor een ben ik al bij de albergue municipal in Palas de Rei. 25 km in vijf en een half uur vind ik best snel. We hebben meer dan 3 uur in de regen gelopen en zijn tot op het bot verkleumd. Onderweg rijden de taxis af en aan om de gelegenheidsperegrinos te gerieven.

Als we bij de albergue aankomen zit Jean Christoph daar al te wachetn. het ging lekker vandaag wist hij te melden. Maeve en ik vonden dat ook en 10 minuten later is Katja er ook al. We barsten allevier van de kou. En daar helpt het beste het drankje van haar oma tegen zegt Katja. Dus zitten wij onmiddellijk na het inchecken in een taberna aan de overkant aan de whisky, maar ja op een been kun je niet staan en we zijn met z´n vieren. Dus wordt het gezellig en de alberguist brengt allerlei lekkere tapas (voor niets). Dus hebben we ook gelijk de middagmaaltijd gehad. En ontdekt Katja dat er aan de overkant een internetcafe is en dat is ook nog open en dus zit ik hier met vier whisky´s op een verhaal te schrijven en ik heb nog geen idee waar we morgen heen gaan en ik stink want ik ben ook nog niet gedouchet. Kortom tot de volgende keer en ik moet nog 70 km en morgen wordt het boutweer met onweer en van alles.......

31e etappe. Sarria - Portomarin

Om half zeven op. Ik heb goed geslapen, Maar heb toch ook nog over het koor gedacht. Hoe het allemaal zal gaan vandaag. Toch nog maar effe aan de preses laten weten dat ik aan ze denk. Midden in de nacht nog op voor een sanitaire stop. Toen ik terug kwam op de kamer stikte ik bijna de moord, zo weinig zuurstof, maar het was er wel lekker warm. Toch maar de raam open gemaakt en dat hielp moet ik zeggen.

Nog effe vertraging opgelopen bij de start, want er was een Spanjaard met een kaal hoofd en die stootte bij het opstaan uit het onderbed zijn knar behoorlijk aan het bovenbed. Dat bloedde best heftig. Effe eerste hulp verleend. D.w.z. Jean Christoph en ik hebben er een flink stuk verbandgaas opgedaan en daar een mooie ster van leukoplast overheen (plakte goed op die kale kop). Het bloeden stopte en meneer was best tevreden. Zijn petje er weer overheen en je zag er niets meer van. Hij tevreden naar buiten.

Om zeven uur naar het cafe honderd meter verderop voor het ontbijt. Cafeo con leche met bocadillo con jamon (€3,-). Mijn was was bijna droog. Alleen mijn sokken niet helemaal. Die heb ik maar op mijn rugzak gebonden om verder te drogen. Ging prima.

En toen ocharm begonne we aan het het stuk van Saaria naar Santiago. Dit zijn de laatste 115 km en dan kun je al je compostela krijgen. Dus hier beginne de toerist peregrinos , zoals wij die noemen. Vlak voor ons wordt een bus Koreanen uitgeladen. Die worden letterlijk het bos ingestuurd om de gele pijlen te volgen. Ik weet niet wat ze deze mensen hebben verteld, maar als ik zie wat ze allemaal aanhebben, dan ontbrak er nogal wat aan de informatie. vrijwel allemaal hebben ze gloednieuwe schoenen aan en de kleding heeft in de verste verte niets met die van de echte peregrinos te maken. Ze kennen ook de ongeschreven regels niet hoe je elkaar moet passeren, enz. Wij zaten al te denken hoe lang het zou duren eer wij dit vrachtje zouden hebben ingehaald, maar toen hielp moeder natuur ons. het begon te regenen en het ging ook weer lekker steil omhoog. Een van de Koreaanse glijdt uit en scheurt haar broek en haar knie bloedt. Ze maakt zich meer zorgen om haar broek en iedereen wil haar helpen. Dus konden wij er lekker snel voorbij. Ik weet niet wat er met haar is gebeurd, want haar bus was weg en het was nog 3,5 km naar het volgende dorp. We hebben ze in elk geval niet meer gezien.

EEn stuk verder lopen we weer vier Aziaten achterop. Ze hebben stokken en lopen er behoorlijk mee te zwaaien. Staan veel te lang afgesteld (langlauf) en ze steken die ook regelmatig bij elkaar tussen de benen. Soms denk ik dat ze aan het roeien zijn. Als we dichterbij komen zie ik dat ze ook L en R verwisselen, want de L zit in de rechterhand en andersom. Ze vertellen heel blij dat ze uit Singapore komen en lachend verdwijen ze achter ons uit beeld.

Om 10 uur zijn we in Ferreiros en we lopen dan al zeker anderhalf uur in de regen. Het is gelukkig maar een miezerregen, dus kruip ik gewoon onder mijn paraplu en heb mijn poncho nog niet nodig. In Ferreiros alleen een cola (€1,20) en daarna in een ruk door naar Portomarin. Het landschap gaat voortdurend Caubergachtig op en neer en het blijft ook behoorlijk grijs. De kou valt wel mee. Om elf uur loop ik Maeve (spreek uit meiv) (30) uit Dublin achterop. Zij is net afgestudeerd als huisarts vertelt zij mij. Zij loopt ook lekker door en het laatste uur hebben we lekker gezellig naar Portomarin gelopen, veel pratend over haar en mijn opleiding en nog veel meer. En zo stekkeren wij al om twaalf uur Portomarin binnen. We hebben dan 22 kilometer gelopen. De albergue is nog niet open dus eerst Ine gebeld en even bij de supermarkt binnen geweest. Heerlijke pruimen en water (€1,64).

De albergue ging pas om een uur open, dus nog effe wachten, maar om half twee was ik gedouched en kon ik gaan wassen. Voor zes euro heb ik weer een beneden bed in een kamer van 28 personen. Gelukkig hadden ze een wasdroger, dus mijn spullen met die van Maeve en Jean Christoph erin en veertig minuten later was alles droog.

Om drie uur het stadje in. Geen internetcafe. Shit. Dan eerst maar de kerk bezoeken en een kaarsje opsteken voor mijn gezinnetje. Weer zo,n soort flipperkast. Allemaal rode lampjes. Ik wil er drie opsteken, maar wat ik er ook ingooi. Ik krijg niet meer dan een kaarsje aan het branden. Dat is ook wat. Loop ik me hier de benen onder de kont uit als peregrino en dan wordt ik ook nog genept. Dan maar op het terras van een albergue met wifi gaan zitten en onder het genot van een biertje (€1,50) al mijn fotos maar ge-upload. Om half vijf terug naar de albergue en daar kwam ik Maeve weer tegen en daar ontdekte ik dat ze ook aan wedstrijdroeien heeft gedaan. Kijk, dan heb je gelijk een band en hebben we over roeien gekletst totdat Jean Christoph en Katja ons kwamen halen voor het aperitief. In dezelfde taberna hebben we ook maar gegeten: Asparagos (witte asperges, koud , uit een potje), Lacon asado en tarte Santiago. Dat alles weggespoeld met een lekkere jonge rode wijn uit de regio Lugo. Vino Xoven van Meson de Rodriguez. (€10,-).

Om half tien zijn we uitgedineerd en gaan we terug naar onze albergue. Het regent dat het giet, maar morgen is het droog. Dat moet ik nog zien. We spreken af dat we morgen Palas de rei proberen te bereiken. Dat zijn 25 kilometer. Maar ik ga lekker slapen en ik hoef nog maar 95 km.

30e etappe (deel 2). Triacastela - Sarria

Nadat ik uit het internetcafe ben teruggekomen ben ik net op tijd om deel te nemen aan het dagelijkse medische uurtje. D.w.z. bij iedereen wordt nagekeken of alles met de pleisters em dergelijke nog in orde is. De mijne op mijn rechter grote teen is aan vervanging toe. Jean Christoph zal dit keer de operatie uitvoeren onder toeziend oog van Katja, die het de vorige keer deed. Zonder problemen is alles verlopen en ik weet niet wie opgeluchter kijkt, jean Christoph of ik.

We besluiten dat we het aperitief ook maar hebben in hetzelfde cafe en daar blijven we ook maar eten. Voor mij een pastasalade, kipfilet met frites en koffie toe. Vanzelfsprekend water en lokale vino tinto. En dat alles voor €10,-

Om negen uur zijn we weer in de albergue en ik kruip onmiddellijk in mijn nest en val ook vrijwel gelijk in slaap.

30e etappe (deel 1). Triacastela - Sarria

Vanmorgen weer om half zeven op. Ik heb geslapen als een os en moest er alleen een aantal keren uit om naar het toilet te gaan. De albergue heeft alleen maar klapdeurtjes; op de slaapkamers, de toiletten en de douches. Het vereist een bepaalde techniek om daar midden in de nacht geruisloos mee om te gaan. Een merkte ik dat het bij een persoon niet goed lukte want ik hoorde zo´n deur tegen iets hards aankomen. Aan de Spaanse, niet zo erg op zijn peregrinos, uitdrukking te horen, moet het zijn hoofd zijn geweest, want het was een man, dat kon ik duidelijk horen.

Om zeven uur zijn we op weg naar de taberna aan de overkant voor ons ontbijt. Ik schrijf eerst nog effe een kort mailtje naar onze preses om de jongens succes te wensen met beide concerten. Als ik mijn mail check zie ik dat een van mijn klasgenoten van de KMA is overleden. Ik wist dat Joop ernstig ziek was, maar dit is behoorlijk snel gegaan. Heb ik vandaag weer iets om over na te denken.

Een dubbele cafeo con leche met een napolitana voor €2,80 gaan er prima in en om half acht zijn we op pad. Volgens de Spaanse TV weergoden zou het vanochtend nog regenen, maar daar merken wij gelukkig helemaal niets van.

Je kunt op een aantal verschillende manieren van Triacastela naar Sarria komen. Elk heeft zijn voor en nadelen. Wij besluiten om over de zuid te gaan via Samos. Dat is eerst een stuk door een soort Franse gorge. Prachtig. Achtereenvolgens komen we door de gehuchten San Cristovo del Real, Vigo do Real, Renche, San Martinos del Real en zijn dan om tien uur eindelijk in Samos. Het grote klooster hebben we dan al een half uur eerder onder ons zien liggen. EEn machtig gezicht. Het stuk dat we hebben gelopen viel behoorlijk tegen. Omhoog en omlaag, steil omhoog en omlaag want dat is hier de norm. Vals plat komt hier maar zeer zeldzaam voor en de woorden plat of vlak daar hebben ze hier nog nooit van gehoord. Dwars over boerenerven, over bospaden, enz. enz. En ook hier weer van de ene prentbriefkaart in de andere. We hebben dan twee uur en twintig minuten nodig gehad voor deze eerste tien kilometer.

In Samos vinden we een cafetaria met een terras in het zonnetje. Naar binnen om een dubbele cafeo caon leche te bestellen. Ik wilde net ook nog een napolitana bestellen komt de plaatselijke bakker binnen met een vers gebakken empenada. Deze is nog warm. Dus bestel ik me daar een stuk van. krijg ik me toch een joekel. En lekker. Samen €4,50. Met moeite heb ik alles naar binnen gekregen.

Om kwart voor elf zijn we weg voor de laatste elf kilometer naar Sarria. Via Telguin en Alan. Het landschap verandert hier duidelijk en soms heb ik het gevoel dat ik door de Arriege loop. Schitterend. Alan bereiken we om elf uur. Echter hier is in geen velden of wegen iets van een taberna of cafetaria te bekennen. Wel kunnen we een oud vrouwtje helpen om haar kudde koeien over de grote weg te loodse. We zijn hardstikke allround. Dan toch maar door langs de Spaanse route nationale. Steeds op Cauberg achtige wijze op en af en veel bochten. Eindelijk zien we Sarria liggen, maar dan kost het ons nog bijna een uur om er te komen.

De albergue municipal blijkt in het oude centrum te liggen. We moeten wel vijf keer vragen en dan wordt ons dat in rad Spaans uitgelegd en staan we elkaar ongelovig aan te kijken wat we nu weer te horen hebben gekregen. Uiteindelijk zijn we er bijna. De albergue ligt vlak bij de kerk en we hoeven alleen nog maar de 66 trappen met ongelijke afstanden op. Behoorlijk kapot komen we beiden aan. We zien dat Katja vijf minuten eerder is binnengekomen. Heeft ze snel gedaan want ze is een half uur voor ons vertrokken. Het gaat kennelijk steeds beter met haar voeten. Ze heeft ook vlakbij een internetcafe ontdekt en daar kan ik vanaf vijf uur gaan zitten schrijven. Hoera. Heb ik eens een keertje geen backlog. In het bed boven mij is inmiddels July uit Bordeaux aangekomen. De tante en de neef uit Burgos, die gisteren bij ons op de kamer lagen liggen ook weer bij ons.

In de albergue hebben we weer voor €6,- een bedje op een kamer van twaalf personen. Douchen kan en als we wassen kan er alleen maar binnen de was te drogen worden gehangen. Ik besluit het erop te wagen. Anders heb ik die stinkende zooi in mijn rugzak. Dan liever de beter ruikende natte spullen. Ine heb ik dan al gebeld.

Dan siesta, maar het blijft bij een poging, want een deur verder begint me toch in een keer een bandje te spelen. Het is best aardige muziek en ga er bij in de buurt zitten op het terras van een cafe met snel wifi. Kan ik al mijn achterstand in foto´s ook nog wegwerken. Om half vijf zitten Katja, July, Jean Christoph en ik in de taberna van dat bandje happy birthday te zingen voor de broer van Katja via haar Iphone.

En om vijf uur ben ik op weg naar dit internetzaakje om jullie weer op de hoogte te brengen van alle belevenissen. En daar ben ik nu mee klaar en ben ik weer net op tijd voor mijn aperitief met Jean Christoph. Daar gaan we beslissen waar we morgen heenlopen. In elk geval richting Santiago. Alleen de weersvoorspellingen zijn niet zo goed. Er wordt onweer en regen voorspeld. W zijn benieuwd. Nog 117km te gaan.

29e etappe (deel 2). O Cebreiro - Triacastela

In totaal heb ik drie uur zitten internetten en moet hiervoor €9,- betalen, maar dat heb ik graag voor jullie over. ook nog een bier en een verse jus gedronken en die waren samen voor €3,-. Daar krijg ik ze in nederland niet voor.

Na het internetten weer die kilometer terug gelopen naar de albergue om te douchen en mijn was te doen. Ik wil hier toch ook een wijdverbreid misverstand rechtzetten. Waarom doen we elke dag te was? Wordt hij ook schoon? Maar daar gaat het helemaal niet om. De enige reden waarom wij de was doen is om die zweetlucht en andere luchten eruit te krijgen. Dat is het enige criterium. Als we ontdekken dat ook nog vieze vlekken zijn verdwenen dan is dit simpel een "additional benefit", zoals de Engelsen dat zo mooi zeggen. En bij mij rook het weer lekker naar de Savon de Marseille.

Mijn schoenen ook nog nagekeken. Ze doen het geweldig al zie ik dat ze het best aardig voor de kiezen hebben gehad. Santiago halen ze wel. De stront van de klim naar O Cebreiro, daar neergelegd door Limousin koeien, die daar twee keer per dag langskomen om te worden gemolken, is inmiddels ook helemaal verdwenen. Heb ik gelukkig mijn tandenborstel niet aan hoeven wagen. Ben ik ook trouwens nooit van plan geweest.

Ook heb ik nog een treurige mededeling voor de roeiers onder jullie. De laatste dagen heb ik een fors aantal rivieren (alles heet hier trouwens "Rio") overgestoken of heb er kilometers langs gelopen, maar nergens is roeiwater. Dus vanaf nu meld ik wanneer er WEL roeiwater is.

Na het wassen naar het cafe aan de overkant voor het aperitief. (Een halve liter bier met een groot stuk tortilla con patatas voor €6,-). Zie ik daar dat Tom Dumoulin op weg naar Avila nog eens drie seconden op Aru pakt. Het algemeen klassement weet ik niet, maar daar kom ik misschien nog wel achter.

Om half acht het peregrinodiner. Weer heel iets anders dan de a la carte pulpo van gisteren. Macaroni met heel erg lekker gekruid gehakt, frites met gebakken eieren en aardbeienyoghurt uit zo´n bekertje toe met een halve liter water en een glas huiswijn voor €7,- en Chris kan er weer tegen. Ik ben zo moe dat Jean Christoph me af en toe moet aanstoten. Dan merk ik toch dat ik vanmiddag mijn siesta heb ingeleverd om mijn blog te kunnen schrijven. Ik haal nog net om negen uur mijn bedje en val als een blok in slaap.

29e etappe (deel 1). O Cebreiro - Triacastela

Om half zeven gaat de wekker. Het tweede gedeelte van de nacht heb ik goed geslapen. Waarom het eerste deel niet weet ik niet. Voor de eerste keer in de slaapzak. De 43 collega slapers hebben weinig gesnurkt. Ook hoefde ik niet ver naar hettoilet, want palnaast onze slaapzaal was het invalidentoilet.

Om zeven uur zitten we in het cafetaria van de pulpo van gisteren. Cafeo con leche met onze zelf gekochte appelkoeken. Die waren best lekker en lagen ook stevig op de maag. Om half acht vertrekken we voor de 22 km van vandaag naar Triacastela. OP het eerste uur na vrijwel constant bergaf.

Dat eerste uur bergop valt best nog tegen. Ik krijg weer visioenen van die tocht naar O Cebreiro.

Om acht uur zijn we in Linares, kwart over acht op de AltoSan Roque, kwart voor negen in Hospital de Condesa en om vijf over negen op de Alto de Poco. Dit was het stijggedeelte. Weer adembenemend en wondermooi. We lopen van de ene prentbriefkaart in de andere. Spaans vlak. Soms omhoog maar meestal naar beneden. Alleen die laatste klim valt weer vies tegen. Als we daar om vijf over negen stoppen hebben we al 9 km gedaan.

Om half tien gaan we weer op pad in ons prentbriefkaarten landschap. Echt indrukwekkend.

Na nog een pittig stuk omhoog zijn we om kwart voor elf in Biduedo. We hebben dan al 15 km gedaan. Nogmaar zeven. Even over elf vertrekken we hier voor het gevreesde steile stuk naar beneden. Ik heb al visioenen van de afdaling naar Molinaseca, maar deze is niet zo erg en is goed te doen. We lopen dwars door een aantal boerderijen en bij een staat de oude boerin ons op te wachten met koude pannekoeken met suiker. Ze wil geen geld, maar vraagt wel een donativo. En die krijgt ze ook van iedereen. Bovendien bedankt ze iedereen in de eigen taal. Ik hoor een keurig Dankjewel.

Om half twaalf zien we in de verte Triacastela liggen. Om twintig over twaalf zijn we er. De albergue municipal is nog dicht. Gaat pas om een uur open. Gelijk maar Ine gebeld. Ze zijn begonnen met het betegelen van de badkamer.

Dit was geen gemakkelijke etappe maar wel de mooiste van allemaal.

Voor €6,- heb ik weer een bed op een kamer van vier Een Spaanse moeder en haar neefje liggen bij ons op de kamer. Ik hoor van de alberguistin dat er in het stadje een internetcafe is dat ook ,s middags open is. Daar wordt ik zo blij van dat ik besluit om niet te gaan douchen en gelijk te gaan schrijven. Alleen hebben ze er niet bijverteld dat dit nog een km lopen is, maar dat heb ik graag voor jullie open en dus heb ik hier lekker naar zweet stinkend jullie zitten te schrijven en nu ga ik heerlijk douchen.